Dryopteris expansa; De Tere Stekelvaren is een relatief grote varen met dubbel-geveerde (bijna drievoudig-geveerd) bladeren. Op elke blaadje zitten in de lengte-richting in twee rijen ongeveer 10 sporangia. Echter, op de eerste bladlob (soms ook op volgende bladlobben) zijn er circa 4 sporangiën in twee rijen in de breedte richting. Dit laat zien dat de onderste bladlob bijna een blaadje op zichzelf is (en dan zou de plant drievoudig geveerde bladeren hebben). De mannetjesvaren heeft deze eigenschap niet.
Het komt het meest voor in de noord-west fjorden gebied van IJsland. Op enkele plaatsen, zowel in het noorden, westen en zuid-westen wordt het ook wel aangetroffen. Het groeit vooral in lavascheuren en holtes in lavavelden en als ondergroei van struiken en bomen (berken).
Het kan makkelijk verward worden met het mannetjesvaren en wijfjesvaren. Van het mannetjesvaren onderscheidt het zich doordat de blaadjes dieper ingesneden zijn. De Dryopteris soorten (mannetjes- en stekelvarens) verschillen van de Athyria soorten (wijfjesvarensoorten) doordat ze de sporangia's naast de hoofdnerven hebben waar de Athyria soorten deze op de nerven hebben.
Het is lid van de Dryopteraceae, de niervarenfamilie. De IJslandse naam voor deze varen is Dílaburkni.
FLORA VAN IJSLAND elementen: Dryopteris expansa, Tere Stekelvaren
Een beknopte inleiding over IJslandse planten
Tekst & foto's: Dick Vuijk - tenzij anders aangegeven
Tekst & foto's: Dick Vuijk - tenzij anders aangegeven
Andere varen-verwante soorten
Andere varen-verwante soorten